Tropische vogels en handopfok
Het zal onderhand wel duidelijk zijn dat de interesse voor vogels bij mij groot is. Daarom ook dat ik tropische vogels kweek op een manier die zo dicht mogelijk bij de natuur staat. De vogels maken zelf hun nesten, broeden zelf de eieren uit en voeden zelf de jongen. Tijdens dit proces kom je tot de ontdekking dat het gedrag van de verschillendevogels niet altijd gelijk is. Een roodkoppapegaaiamadine maakt een ander nest dan een dwergrietvink; ook hebben verschillende vogels een voorkeur voor bepaalde nestmaterialen. Het ene soort maalt er niet om als je 3 maal per dag het nestkastje wegneem om te kijken naar die leuke kleine pulletjes, anderen zijn daar juist helemaal niet van gediend.
Deze lezing bestaat dan ook uit het overbrengen van veel ervaringen en wetenswaardigheden betreffende een aantal soorten tropische vogels. Hoofdzakelijk rietvinken en amadinesoorten zullen het onderwerp van gesprek zijn, waarbij de aanwezigen uitgenodig worden om te reageren en hun steentje voor wat betreft hun ervaringen bij te dragen. U begrijpt hieruit dat het geen eenrichting verkeer wordt onder het motto,"ik praat en u luistert", maar meer een interactieve manier om met elkaar ervaringen uit te wisselen aan de hand van een aantal gepresenteerde vogels.
Tijdens deze lezing komt ook het probleem aan de orde hoe jonge vogels bij te voeren of medicatie toe te dienen indien nodig. Kort wordt ingegaan op het gebruik van de kropnaals als hulpmiddel bij dwangvoeding en de aanmaak van kropvoedsel. Ook wordt aandacht besteed aan het moeilijkste van het stoppen met het voeren met een kropnaald, nl. het z.g. afspenen. Hoe krijg je een pul zover dat hij zelfstandig zaad gaat eten en uiteindelijk op zichzelf kan staan zonder hulp.