Werken met de kropnaald

 

De kropnaald, een handig hulpmiddel.

Jonge vogels die in de steek zijn gelaten door hun ouders en waar geen mogelijkheden zijn om ze in een ander nest “bij”te leggen, kunnen worden opgefokt met een kropnaald. Het nadeel, voor sommigen een voordeel, is dat de vogels erg tam worden en achteraf nauwelijks hun eigen soortgenoten herkennen. Broeden met een van kleins af met de hand opgefokte vogel is daarom haast niet te doen.

Diverse soorten hand opfokvoer zijn te verkrijgen. Zelf geef ik de voorkeur aan High Energy Hand opfokvoer van AVIAN. Het is goed te doseren, eenvoudig  aan te maken en geeft geen verstoppingen. Nadat het aanmaken is gebeurd op de wijze als vermeld in de handleiding begint het eigenlijke voeden.

  1. Neem de jonge vogel in de linker hand met het kopje steunend op de wijsvinger en de duim in de hals ter hoogte van de krop.
  2.  Breng de kropnaald in de snavel en steek hem richting duim. Wanneer dit goed is gedaan is de naald door de slokdarm in de krop gekomen en  voel je met de duim de punt van de kropnaald in de krop. Let op dat de naald echt in de krop zit, want anders zit hij in de luchtpijp en dat heeft tot gevolg dat de vogel enkele minuten nadat het voer is ingespoten dood in uw hand ligt.
  3. Voorzichtig de kropnaald in de lenterichting van de vogel brengen en vooral rustig  het eerste voer inspuiten. Let op de stand van de spuit: deze moet altijd zo wezen dat de lucht in de spuit omhoog gaat en niet in de krop van de vogel komt.
  4.  Niet te veel in een keer. Liever meer keren minder omdat de vogel dan gewend raakt aan het inbrengen van de naald en zich achteraf realiseert  dat het voldane gevoel veroorzaakt werd door de naald.
  5.  Na twee dagen is de vogel gewend en zal zodra de kropnaald in zicht komt hiervan  willen eten. Vanaf dit moment is het opfokken een fluitje van een cent omdat de vogel de naald direct in de krop slikt en het spuiten slechts een minuutje duurt. Na afloop is de krop zichtbaar opgezet en is het voer duidelijk waarneembaar.
  6. Na een dag of vier/vijf maakt het nauwelijks meer uit hoe u de vogel in de hand neemt. De vogel slikt zelf de kropnaald op de juiste manier in. De spuit leegduwen volstaat voor een paar uur voeding.

7.    Op het moment dat bij een natuurlijke groei de ouders de vogel minder zouden gaan geven wordt het voor ons ook tijd om de jongen af te spenen. D.w.z. we zullen ze minder voer moeten geven om ze zelf te laten leren eten. Daartoe maak ik een mengsel van geplet zaad en wat eivoer en verstrek dat in de kooi waarin ze zitten. Na verloop van tijd beginnen ze ervan te eten, de ene soort wat sneller dan de andere soort, maar uiteindelijk gaat het lukken. Het bijvoeren wordt steeds minder en na een tijdje kan dat gestopt worden. Wanneer een vogel niet zelf gaat eten is het handig om een andere rustige volwassen vogel in de kooi te plaatsen. Het jong neemt het gedrag van de oude vogel over en komt zo aan zijn kostje. Een tros gierst stimuleert de vogels ook om aan de zaadjes te gaan pikken.

Ook wanneer vogels in het nest qua ontwikkeling achterblijven bij de broertjes en/of zusjes kan je met behulp van een kropnaald wonderen doen. Het bijvoeren gaat in principe hetzelfde als hierboven beschreven, met dit verschil dat de vogel maar enkele keren de kropnaald naar binnen krijgt en daar dus niet aan gewend raakt.

 

Wanneer medicijnen toegediend moeten worden is een kropnaald een uitkomst. Al of niet gemengd met wat hand opfokvoer kan het medicijn direct in de krop gebracht worden waardoor niets verloren gaat en de vogel weer snel zijn normale plaats kan innemen.

 

Opmerkingen:

·         Maak nooit meer voer aan dan op 1 dag gebruikt wordt, dek de voorraad aangemaakt voer steeds af.

·         Maak de spuiten steeds goed schoon

·         Laat geen restjes in de spuit voor de volgende voerronde

·         Vul het hand opfokvoer niet aan met andere preparaten

·         Voor vogels die in de groei veel eiwit nodig hebben kunnen uitgeknepen pinkies om de dag als bijvoer dienst doen.